Ik schaam mij niet meer dat ik half Japans ben. Ik mag er trots op zijn’, zegt Nanny GerressenDirven. Aan het eind van haar verhaal klinkt applaus. In een zaal in Nijkerk waren zaterdag slachtoffers van de Japanse terreur in Indonesië bijeen. Hierbij was ook ruimte voor kinderen van ‘de vijand’.
Dit laatste was volgens Peter Slors nog niet zo lang geleden ondenkbaar. Slors trad als dagvoorzitter op tijdens de vijfde ‘Conferentie Nederland-Japan’. Thema: de verwerking van het oorlogsverleden van beide landen. Het verhaal over Gerressens zoektocht naar haar vader past in dit thema. Haar reis door Japan bracht haar geen centimeter dichter op het spoor van de man die haar verwekte, maar gaf wel het gevoel dat ze thuiskwam.
Ze beseft nu bovendien dat ook Japanse burgers tijdens de oorlog hebben geleden. Drie miljoen doden, atoombommen op Hiroshima en Nagasaki, gaten in ieders familie. Net als in Nederland was na de oorlog in Japan de eerste prioriteit overleven en wederopbouw.
Maar terwijl in Nederland langzaam aandacht kwam voor het geestelijk leed van veteranen, joodse overlevenden en slachtoffers van de Jappenkampen, zijn oorlogstrauma’s tot op de dag van vandaag in Japan niet echt een onderwerp.
De 76-jarige Japanner Osamu Namba, de gepensioneerd sterrenkundige die sinds 1964 in Nederland woont, vertelt zijn gehoor in Nijkerk zijn ervaringen als jongen in het militaristische Japan onder de ‘wandelende God’, keizer Hirohito. Nog geen veertien was hij toen hij zich aanmeldde bij de luchtmacht.
Vijf jaar later, bij het aanbreken van de vrede, vond hij dat zijn leven voorbij was omdat hij geen schot had gelost en Japan zich, oh schaamte, had overgegeven. „Maar uiteindelijk raakte Ik ervan overtuigd dat de keizer verantwoordelijk was voor de oorlog en de slachtoffers.”
Hij zong daarna nooit meer het Kimfgayo (‘Lang leve de keizer’) dat drie jaar geleden het officiële volkslied van Japan werd. En zelden roert hij tijdens bezoeken aan Japan het leed aan dat Japan heeft aangericht. Het is nog steeds een zeer gevoelig onderwerp.
Een eerlijke kijk van Japan op zijn geschiedenis is volgens veel Japanners een voorwaarde om tot verzoening te komen en, belangrijk voor de jeugd, herhaling te voorkomen. Ook nu nog Ieren jongeren nauwelijks iets over de zwarte bladzijden in de geschiedenis.
De Japanse Yoko Watanuki hoorde pas toen ze in Nederland kwam wonen over Jappenkampen, misdaden en troostmeisjes. “Ik geloofde onmiddellijk dat het waar was. Maar wat ik niet kon geloven, was dat ik het nooit eerder had gehoord. Over de oorlog werd thuis alleen gepraat in termen van: het was een heel moeilijke tijd, maar ja, verleden is verleden.” (GPD)
Uit de Leeuwarder Courant van 1-7-2002